insulineophoping

Insulineophoping

Insuline ophoping bij insuline injectie

De opeenhoping van insulineniveaus in het lichaam na een herhaalde injectie van kortwerkende insuline met korte tussenpozen - ook wel insuline-stapeling genoemd - kan het risico op hypoglykemie verhogen. Met de ontwikkeling van basale (langwerkende) insulines met een halfwaardetijd> 24 uur en een werkingsduur> 40 uur, kan er ook insulinestapeling ontstaan wanneer deze langwerkende formuleringen eenmaal daags worden toegediend. 

Hyperinsulinemie

Hyperinsulinemie als gevolg van per ongeluk of opzettelijke injectie van extra insuline kan gevaarlijk zijn. Het kan acuut levensbedreigend zijn omdat de bloedglucosespiegel snel daalt en de hersenen honger lijden naar energie (insuline shock). 

Warmte

De insulineophoping kan bij lichaamsbeweging of bijvoorbeeld een warm bad weer vrijkomen wat een snelle onverwachte verlaging van de bloedglucosewaarde kan geven. Ook warmere temperaturen kunnen een versnelde verlaging van de bloedglucosewaarde geven.

Injectie

Een oorzaak van insulineophoping kan een onjuiste manier van injecteren zijn. De insuline wordt dan op een onvoorspelbare manier opgenomen. Dit leidt vervolgens tot hypers als gevolg van slechte opname en hypo’s als gevolg van extra afgifte door bijvoorbeeld warmere temperaturen.

Lipohypertrofie

Verkeerde injectietechnieken zoals het steeds op dezelfde plek injecteren kunnen tevens lipohypertrofie veroorzaken. Dit is een opeenhoping van vetweefsel in de onderhuidse laag. Dit weefsel verstoort ook de insulineopname. Voor een juiste techniek is het van essentieel belang dat de naaldlengte goed passend is bij de persoon met diabetes om subbutaan te kunnen injecteren.

Injectieplaats

Ook de plaats van injectie is essentieel. Voor kortwerkende insuline is het buikweefsel het meest geschikt en voor de langwerkende insuline zijn de benen of billen het meest geschikt. Hierbij is het roteren van de injectieplaats ook erg belangrijk. Systematisch af wisselen kan het risico op lipohypertrofie beperken.

Hergebruik

Het hergebruiken van naalden kan ook een rol spelen bij de insulineophoping. De naalden zijn niet geschikt voor hergebruik waardoor er meer schade wordt veroorzaakt, de naald verstopt kan raken en het aanwezige glijmiddel dat op een naald zit is er na één keer gebruik al af. 

Insuline ophoping bij insulineresistentie

Vanuit het perspectief van het hele lichaam heeft insuline een vetbesparend effect. Niet alleen stimuleert het de meeste cellen om koolhydraten bij voorkeur te oxideren in plaats van vetzuren voor energie, het stimuleert indirect ook de ophoping van vet in vetweefsel.

Overmatige insulinesecretie is meestal een gevolg van insulineresistentie, geassocieerd met diabetes type 2 of het metabool syndroom. In zeldzame gevallen is hyperinsulinemie het gevolg van een insuline-uitscheidende tumor (insuline) in de alvleesklier.