Diabetes Bloedglucoswaarde Meten

Bloedglucosewaarde

De bloedglucosewaarde is de concentratie glucose in het bloed van mensen (en zoogdieren). Glucose is een enkelvoudige suiker en er is altijd ongeveer 4 gram glucose aanwezig in het bloed van een mens van 70 kilogram. Het lichaam reguleert de bloedsuikerspiegel strak als onderdeel van metabole homeostase. Glucose wordt opgeslagen in levercellen (en skeletspieren) in de vorm van glycogeen; tijdens de nuchtere situatie (2 uur geen eten of drinken met koolhydraten) wordt de bloedglucosewaarde op een constant niveau gehouden. Als er een tekort is aan glucose in het lichaam gaat dit ten koste van de opgeslagen glycogeenvoorraad in de lever (en skeletspier).

Klontje suiker

Bij mensen is een bloedglucose-niveau van vier gram, of ongeveer een suikerklontje, van cruciaal belang voor de normale functie in een aantal weefsels. Het menselijk brein verbruikt ongeveer 60% van de bloedglucose bij een persoon die nuchter (zonder eten/drinken met koolhydraten) is. Een langdurige verhoging van de bloedglucose leidt tot glucosetoxiciteit, wat bijdraagt aan cel-disfunctie en ook wel bekend staat als complicaties van diabetes. Glucose kan via de bloedbaan vanuit de darmen of lever naar andere weefsels in het lichaam worden getransporteerd. Cellulaire glucoseopname wordt voornamelijk gereguleerd door insuline, een hormoon dat in de alvleesklier wordt geproduceerd.

Dalen en stijgen

Glucosespiegels zijn (bij mensen zonder diabetes) meestal het laagst in de ochtend, vóór de eerste maaltijd van de dag, en stijgen na de maaltijd gedurende een uur of twee met een paar millimol. Bloedglucosewaarden die buiten het normale bereik vallen kunnen een indicatie zijn van een medische aandoening. Een aanhoudend hoog niveau wordt hyperglykemie genoemd. Lage niveaus worden hypoglykemie genoemd. Diabetes mellitus wordt gekenmerkt door aanhoudende hyperglykemie en is de meest prominente ziekte die verband houdt met het falen van de bloedglucosewaarde. Er zijn verschillende methoden voor het testen en meten van de bloedglucosewaarde.

Controle

Normale bloedglucosewaarden kunnen enigszins variëren, afhankelijk van welke bloedtesten worden gebruikt. De variatie van jouw meter en die van je arts kan daardoor ook verschillend, deze variaties zijn meestal klein. Daarnaast worden de persoonlijke bloedglucosemeters ook ieder jaar getest of ze nog accuraat zijn met bijvoorbeeld de meters van het ziekenhuis.

Normaalwaarde

De normaalwaarde voor mensen zonder diabetes zijn niet hetzelfde als voor mensen met diabetes. In het algemeen wordt aangenomen dat de beoogde bloedsuikermetingen voor mensen met diabetes iets hoger zullen zijn dan die zonder diabetes.

Nuchter

Een persoon die dat is, heeft geen normaal glucosebereik van 4-5,5 mmol/l tijdens een nuchtere situatie en tot 7,8 mmol/l ongeveer 2 uur na het eten. Mensen met diabetes die goed gereguleerde bloedglucosewaarden hebben met medicijnen hebben een ander doel-glucosebereik. Deze mensen kunnen een nuchter bereik hebben van ongeveer 5,5 mmol/l of minder en 10mmol/l ongeveer 2 uur na het eten. Als de diabetes van een persoon niet goed onder controle is, kan de persoon veel hogere glucosewaarden (hyperglykemie)  of lagere bloedglucosewaarden (hypoglykemie) hebben. Dit jojo effect ontstaat vaak door het toedienen van een te grote hoeveelheid insuline in geval van een hogere bloedglucosewaarde en dan weer te veel koolhydraten gebruiken bij een te lage bloedglucosewaarde. Het is belangrijk om uit deze vicieuze cirkel te komen door de balans in de toediening terug te krijgen.